• ORTHOmagazine

  • Nieuw rapport en ADH poetsen voedingstekorten niet weg

    De afgelopen week is de presentatie van de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016 voornamelijk met instemming begroet. Het RIVM bracht de voeding van ruim 4000 kinderen en volwassenen in kaart.

     

    De conclusie van het rapport luidt: 

    er is een
    ‘voorzichtige verbetering’
    te zien in het Nederlandse voedingspatroon.

     

    Maar bij lezing van het rapport blijkt dat het nog altijd slecht gesteld is in ons land. Een snelle rekensom leert dat ongeveer 40% van de Nederlanders een te lage inname heeft van een of meer microvoedingsstoffen (vitamines en mineralen). Door de onvolledigheid van de gegevens tasten we bovendien deels in het duister.

    Laten we ook niet vergeten dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH’s) voor de verschillende microvoedingsstoffen uitdrukkelijk uitsluitend gelden voor ‘gezonde’ mensen. Een citaat uit het factsheet Aanbevelingen voor vitamines, mineralen en spoorelementen uit 2014 van het Voedingscentrum:

    ‘Er zijn voedingsnormen vastgesteld voor de hoeveelheden microvoedingsstoffen
    die gezonde mensen nodig hebben’.

    Ook de Gezondheidsraad stelt dat de aanbevolen hoeveelheden alleen gelden voor ‘gezonde’ mensen.

    Maar wat is ‘gezond’? Miljoenen mensen in Nederland slikken medicijnen tegen een of andere ziekte of om bepaalde risicofactoren tegen te gaan, zoals een hoog cholesterol of hoge bloeddruk. Hoe ouder iemand is, hoe groter de kans dat één of meer medicijnen worden gebruikt én hierdoor de opnamecapaciteit van voedingsstoffen is verminderd.

    Het Voedingscentrum onderscheidt ‘groepen waarvoor aanvulling met een multivitamine- of mineralensupplement wenselijk kan zijn, maar waarvoor geen officieel advies bestaat’. Genoemd worden ouderen die weinig eten, mensen die eenzijdig eten (zoals alcoholisten) en mensen die een extreem afvaldieet volgen. 

    Volgens het Voedingscentrum dienen zij extra vitamines of mineralen te slikken. Dit geldt ook voor een groep die potentieel zeer omvangrijk is: mensen die bepaalde medicijnen langdurig gebruiken. Ze krijgen het advies hun arts te vragen welke suppletie nodig is (sic!). Volgens StatLine gebruikte in 2015 ruim de helft van de Nederlanders (66%) receptgeneesmiddelen.

    Eén medicijngroep springt eruit: de maagzuurremmers. In 2016 stonden er in de top-10 van meest gebruikte medicijnen twee: omeprazol (1.160.000 gebruikers) en pantoprazol (850.000 gebruikers). Maagzuurremmers worden veelal chronisch gebruikt, wat gepaard kan gaan met tekorten aan magnesium, vitamine B12 en ijzer. (Stichting Farmaceutische Kengetallen; SFK).

    Het Voedingscentrum onderkent in haar encyclopedie dat deze groepen hogere behoeften kunnen hebben: ‘Een tekort aan mineralen of spoorelementen komt in de westerse samenleving eigenlijk niet meer voor, tenzij er sprake is van eenzijdige eetgewoonten, langdurige ziekte of chronisch medicijngebruik’ (www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/mineralen.aspx).

    Samengevat

    Deze VCP schetst een véél te rooskleurig beeld. De miljoenen Nederlanders die niet ‘gezond’ zijn, worden eenvoudigweg doodgezwegen. Er wordt net gedaan of ze toekunnen met voedingsnormen die uitsluitend gelden voor gezonde landgenoten.

    Kortom: ondanks halsstarrige ontkenning van de voedingsautoriteiten, zijn er wel degelijk voedingstekorten in Nederland.

     

     

  • ORTHOmagazine